1. Fam. Stel – Brontsema – Damsterweg 3
Mijn grootouders woonden vanaf hun huwelijk in 1913 tot het eind van de dertiger jaren in deze door mijn opa zelf ontworpen en gebouwde woning met huisnummer F 40
Het leven in en om het huis in de jaren 1920 -1930.
In de jaren 1920–1930 was er nog geen riolering. Als het toilet vol was werd de ombouw van het toilet omhoog geschoven en de toiletemmer eruit genomen. Mijn opa en mijn vader tilden de emmer met een stevige houten paal aan het hengsel op. Met de emmer tussen hen in gingen ze naar de bult met tuinafval. Daarop werd de emmer omgekiept.
Er was in die tijd ook geen waterleiding. Als opa een nieuw huis bouwde, werd begonnen met de aanleg van een regenput. In de keuken zorgde de pomp op het aanrecht voor de aanvoer van het water in de gootsteen. Het afvalwater werd via een rioolbuis afgevoerd naar de sloot, die voor het huis langs de weg liep. De afvoerpijp stak uit het talud van de sloot. Af en toe zag je en hoorde je de stroompjes afvalwater de sloot instromen.
Elektriciteit was er aanvankelijk ook nog niet. Mijn vader kende als jongen alleen het licht van de petroleumlamp. Elke zaterdag werd de lamp gereinigd en gevuld. Met de hoogte van het kousje werd de intensiteit van het licht geregeld. De blikken met petroleum (van ‘De Automaat’) werden geleverd (omgewisseld) door dhr. Tammeling uit Appingedam (conciërge van verenigingsgebouw ‘Rehoboth’ aldaar).
In de jaren na 1920 werd Oosterwijtwerd aangesloten op het electriciteitsnet.
Gekookt werd er op het fornuis. Gas was er niet. Het fornuis werd gestookt met afval uit de timmerwerkplaats: kleine stukjes hout en houtkrullen.
Op een dag reed mijn vader (als jongetje) met zijn broertje – zittend in de kruiwagen – over het erf. Rondom het huis waren sloten. Vader zette de kruiwagen – met mijn oom erin – wat wiebelig neer vlak bij de sloot. De kruiwagen viel om. Vader liep naar mijn opa en riep: “ Paa, krui is in sloot vaal’n.” Opa: “En Wil’m?” Vader: “ Dij ook.”
- Man:
Mijn grootvader Hendrik Albertus Stel is geboren op 23-01-1884 te Oosternieland en gehuwd op 19-05-1913 (29 jr) te Uithuizermeeden met Martje Brontsema (24 jr).
Opa was timmerman/aannemer. Hij was voor zijn huwelijk (vanaf 1905) in de kost bij zijn zuster Eika (zie 5) en werkte toen voor zijn zwager Gerrit (zie 5). Nadat Gerrit beurtschipper was geworden werd opa de timmerman van het dorp.
In de loop van de jaren heeft hij verscheidene huizen en boerderijen ge(ver-)bouwd in (de omgeving van) Oosterwijtwerd (zie 22).
Hij was organist in de kerk van Oosterwijtwerd, was lid van de kerkenraad (zie 24) en maakte deel uit van het gemeentelijk zgn. ‘Burgerlijk Armbestuur’ (zie 36B1).
In 1938 is het aannemersbedrijf verkocht aan timmerman Oosterveld. Mijn opa en oma zijn eind 1938 verhuisd naar Appingedam (Farmsumerweg).
Daar is opa aan de gevolgen van MS overleden op 29-01-1949 (65 jr) (bg te A.). De woning werd aan het eind van de oorlog zwaar beschadigd.
- Vrouw:
Mijn grootmoeder Martje Brontsema is geboren op 24-11-1888 te Uithuizermeeden.
In Appingedam is oma in de zeventiger jaren verhuisd naar de Pieter Bieremastraat en later naar Damsterheerd. Daar is zij overleden op 15-08-1978 (89 jr) (bg te A.).
- Timmermansknecht:
Hendrik Sterenberg is geboren op 20-08-1875 te Godlinze. Hij kwam op de fiets uit Godlinze, waar hij woonde. Hij is op 24-11-1894 (21 jr) te ’t Zandt gehuwd met Hilje Wiers (24 jr) (zie 5). Hilje is geboren op 12-09-1870 te Oosterwijtwerd, zuster van Wolter Wierts (zie 2) en Gerrit Wiers (zie 5).
Hendrik werd altijd door opa ingeschakeld, als er werk was. Hij werkte dan als opperman en hielp bij het maken van specie.
Zijn meegebrachte boterhammen at hij op in de schuur. Na het eten legde hij een paar oude zakken op een grote platte kist (gevuld met droge cement), waarop hij dan een dutje deed.
- Allround bouwvakker Egbert Hoving kwam op verzoek van mijn grootvader vaak helpen, als opa een grote opdracht had aangenomen. Egbert woonde in Zeerijp en had 2 zoontjes.
1. Zoon:
- Mijn vader
Hendrik (“Henny”) Stel
- is geboren op 31-08-1914 te Oosterwijtwerd en gehuwd op 20-11-1941 (27 jr) te Appingedam met mijn moeder
Aaltje (“Ali”) Roemeling
- (23 jr). (zie 51).
Levensloop van mijn vader
Mijn vader ging na de lagere school (zie 30) in 1927 naar de ‘Openbare School voor Voortzettingsonderwijs’ (de ULO, in de ‘Fransche School’ naast het oude raadhuis in de Wijkstraat) in Appingedam.
In 1930 ging hij naar de Rijkskweekschool (naast de Kostersgang in de Solwerderstraat) ook in Appingedam.
Op 09-06-1934 behaalde hij er zijn ‘Akte van bekwaamheid als onderwijzer’.
Gedurende hun 7 jarige schoolloopbaan in Appingedam (1927-1934) hebben mijn vader en zijn broer Willem (zie hieronder en 30) elke dag hun middagboterham opgegeten in een zijkamer naast de winkel van boekhandel/drukkerij/uitgeverij G.W. Ploeger & Zonen aan de Wijkstraat. Zij ontvingen van mevr. Ploeger een bord met bestek en een beker melk. Aan het eind van de maand werd er afgerekend.
{Vader ging niet naar de MTS, omdat er in die tijd geen toekomst meer was in de bouw en omdat meedere klasgenoten ook naar de kweekschool gingen.}
Omdat er na zijn militaire diensttijd (Assen: 18-06-1934 tot 16-03-1935; sergeant infanterie) geen werk was in het onderwijs, heeft hij (na van 08-06-1936 t/m 13-05-1939 voor een ‘vorstelijk salaris’ van ƒ10,- per maand ‘kwekeling met akte’ te zijn geweest op de ‘School met den Bijbel’ in Holwierde) werk gevonden als ‘schrijver op arbeidscontract’ op het kantoor van ‘de bewaarder van de hypotheken, het kadaster en de scheepsbewijzen’ in Almelo.
Hier werkte hij van 15-05-1939 tot 01-01-1946.
Na de mobilisatietijd (Haarlem: 29-08-1939 t/m 27-05-1940, incl. de oorlogsdagen in Delfgauw/Rotterdam: 10-05-1940 t/m 14-05-1940) woonde/werkte hij voor en na zijn huwelijk in Almelo.
Vanaf 08-06-1943 tot de bevrijding op 23-04-1945 heeft mijn vader – de laatste maanden samen met mijn oom Lammert (zie 51) – ondergedoken gezeten bij zijn schoonouders (zie 51) aan de Jukwerderweg in Appingedam, omdat hij weigerde te voldoen aan de oproep om – alsnog – in krijgsgevangenschap te gaan.
Op 01-01-1946 keerde mijn vader terug in het lager onderwijs.
Mijn ouders verhuisden daartoe vanuit Almelo naar Sibculo, waar ik (Henk Stel) ben geboren. Vader werkte in Sibculo aan de ‘Vrije School met den Bijbel’ tot 21-10-1948.
Op 01-11-1948 zette hij zijn loopbaan voort aan de ‘School met den Bijbel’ in Roden.
In 1951 verhuisden wij naar Ede, waar vader op 01-09-1951 onderwijzer werd aan een geheel nieuwe school voor ‘Christelijk-Nationaal Schoolonderwijs’. Aan deze school (‘Groen van Prinstererschool’) in Ede werkte hij tot zijn pensionering op 01-09-1979.
Op 17-09-1998 verhuisden zij vanuit Ede naar Emmen, waar ik sinds 1973 (zie inleiding) woon. Na mijn huwelijk op 22-11-1974 te Emmen met Hendrika Dirkje (“Ria”) Stoelhorst, geboren op 09-03-1945 te Bergen op Zoom, zijn Ria en ik in Emmen blijven wonen.
Vader is overleden op 07-09-2012 (98 jr) te Emmen (bg te E.).
2. Zoon:
Mijn oom Willem Stel is geboren op 09-10-1915 te Oosterwijtwerd en gehuwd op 27-05-1942 (26 jr) te ’t Zandt met mijn tante Bougina Jantina (“Bougien”) Kort (26 jr).
Mijn oom volgde dezelfde opleiding als mijn vader.
Hij werkte nooit in het onderwijs, maar werd landmeetkundig hoofdambtenaar bij Rijkswaterstaat.
Oom Willem is overleden op 05-03-1998 (82 jr) te Utrecht (bg te Maarssen).
In Oosterwijtwerd was hij lid van het eerste bestuur van de in 1938 opgerichte
Oranjevereniging (zie 35).
Mijn tante Bougien Kort en mijn oom Willem Stel ter gelegenheid van hun verloving op 21-03-1940.
Tante ‘Bougien’ is geboren op 02-11-1915 te Eenum (als dochter van Jan Kort en Albertje Gast)
overleden op 29-05-2001 (85 jr) te Maarssen (bg te M.).
(zie 23)
2. Fam. Wierts – van Dijken. – Damsterweg 1
Op deze plaats staat een boerderij. Op de splitsing van de weg stond vroeger een straatlantaarn (zie 71).
- Man: Wolter Wierts (zoon van Marten Wier(t)s en Grietje van Dijk (zie 5)) is geboren op 20-05-1882 te Oosterwijtwerd en gehuwd op 29-05-1912 (30 jr) te Bedum met Hendrikje van Dijken (28 jr).
Wolter was een broer van Gerrit Wiers (zie 5).
Wolter was boerenarbeider en werkte daar waar werk was.
Hij had zelf ook een paar koeien op stal staan en verkocht na het melken (’s morgensvroeg en in de namiddag na het werk bij de boer) de melk uit eigen bedrijf bij hem aan huis aan de inwoners van Oosterwijtwerd.
Mijn oma ging ’s morgens regelmatig met een emmertje naar de buurman om melk te halen.
Wolter is overleden op 03-08-1958 (76 jr) te Oosterwijtwerd (bg te O.).
- Vrouw:
Hendrikje (‘Hendertje’) van Dijken is geboren op 02-12-1883 te Bedum.
Zij stond bekend als een wandelend nieuwsblad: “Vrouw Stel: Ben j’ doar? Ei ’t al eurt?”
Hendrikje is overleden op 16-02-1968 (84 jr) te Uitwierde (bg te Oosterwijtwerd).
Het echtpaar had geen kinderen.
Wolter Wierts en Hendrikje van Dijken
De vm boerderij van de familie Wierts De vm boerderij van de familie Wierts